Strandvissen garnalenvissen piervissen

Strandvissen

Vanaf het strand vis ik drie uur voor en twee uur na hoogwater. Dat zijn de momenten waarop de muien en zwinnen nog zichtbaar zijn. Daarbij kun je naar mijn mening het beste op een stuk strand voor een mui gaan staan (zie video). Door deze afvoergeul loopt een sterke stroming, waardoor de zeebodem flink wordt omgewoeld. Garnalen en kleine vissen vormen dan een gemakkelijke prooi en dat trekt grotere vissen aan

Muien of Zwinnen

Bij vloed komt het zeewater over de zandbanken richting het strand. Het door de vloed achtergelaten water moet bij eb ook weer terug richting zee. Dit gebeurt via een geul of kuil tussen twee zandbanken in,die een mui wordt genoemd(Zie video). De breedte, vorm en diepte van muien kan sterk van elkaar verschillen: van één tot tientallen meters. De diepten tussen de zandban-ken in, parallel aan de kust, noemen we zwinnen. Het water uit de zwin-nen stroomt bij eb richting de mui om te worden afgevoerd richting zee. Deze zeewaarts gerichte stroming kan zeer sterk zijn. De grote hoeveelheid water die door een mui stroomt, kan ervoor zorgen dat aan de kop-pen en aan een gedeelte van de zwinzijde steile kanten worden gevormd. De stroomnaden in het patroon van zandbanken, muien en zwinnen zijn iets om bij het vissen vanaf het strand rekening mee te houden.